09-07-2012    

Op 22 april 2012 overleed onze zeer gewaardeerde ouwe bouvieropa Bor op de leeftijd van 13,5 jaar. Opa Bor was, zoals de meeste van de honden in onze roedel, een herplaatser. Ik heb wel wat met herplaatsers. Je kunt, als je ervoor open staat en je in de gelegenheid bent om het te doen, zo ontzettend veel betekenen. In eerste instantie voor de honden zelf, die een nieuwe kans verdienen. In de tweede plaats kun je ook mensen helpen. Zoals de vorige baasjes van opa Bor, die gewoonweg niet meer voor hem konden zorgen. En helemaal gek werden van het idee dat opa op zijn leeftijd naar een asiel zou moeten.

De roedel bestond, na het overlijden van opa, uit 5 honden. En laat ik de papegaai ook niet uitvlakken. Maar goed, dat terzijde. Op zich ben ik ruim voorzien van beestenspul en dus was ik ook heel stellig: het is genoeg zo. Maar ja, zoals altijd als er een plekje in de roedel openvalt, komt er dan een hondje voorbij waarvan je denkt: ik kan nu heel verstandig en rationeel zijn maar er is wel een plekje over, ik weet dat het kan …. Ik heb een week lang met mezelf lopen strijden. Gesproken met een goede vriend. Voors en tegens afgewogen. Terwijl ik van meet af aan wist dat die jongen gewoon hier zou komen. Maar ja, je wilt voor jezelf toch kunnen zeggen dat je er goed over nagedacht hebt he.


Dus na een week flauwekul het asiel in België maar gebeld. Heel vriendelijke mensen die heel blij waren met het thuis dat de jongen in kwestie hier zou kunnen krijgen. Want na een aantal jaren van grote onzekerheid, veel afscheid nemen, veel reizen en vele en grote veranderingen die voor hem als gevoelige hond helemaal niet meegevallen waren, was een thuis met een vaste roedel, weinig onrust en veel beweging en aandacht hem wel erg gegund. Dat verhaal horende dacht ik: zie je wel, ik wist het wel. Het lijkt bijna een soort van herkenning die dan bevestigd wordt.

Op zondag gebeld, op maandag 30 april togen de vriend en ik naar Lommel in België. We hadden de navi op ‘snelste route’ gezet, dus we wisten dat we mooi op tijd (tussen 12-13 uur) in Lommel zouden zijn. Maar: de navi wilde ons daarmee vanaf Eindhoven rechtstreeks naar beneden af laten zakken. Waarbij wij door het centrum van een aantal kleine dorpjes werden geleid. De navi had helaas buiten Koninginnedag gerekend. En dus hadden we overal te maken met omleidingen die steeds nergens heen leidden. Bij de navi kwam op enig moment de stoom uit de oren. Die was helemaal overstuur. De afgesproken tijd werd ruim overschreden, dus helemaal relaxed zaten wij ook niet meer in de auto. Ik stel voor dat de navi’s zo snel mogelijk worden uitgerust met de optie ‘snelste route, rekening houdend met feestdagen’ om dit soort onzin te voorkomen.

Afijn, ruim na de afgesproken tijd konden wij ons toch bij het asiel melden. Die ondanks onze late aankomst ons reuze vriendelijk ontvingen. Meteen werd Nimmeke (hij heette Nimrod, wat daar was veranderd in het gezellige Nimmeke) opgehaald. Hij kwam er aan de leiband aanlopen en ik wist: dit is ons nieuwe roedellid. Hij was heel rustig, maakte heel kalm kennis met mijn andere roedelleden. En dan ben ik dus zo: ik kan nog van alles vragen en informeren maar hij gaat dus gewoon mee. Voor het idee heb ik nog even met hem en mijn andere hondjes een stukje gelopen maar de beslissing was meteen gevallen. Nimmeke’s achtergrond was geen fijne maar dat geeft niet. Ik kies voor hem, met al zijn toeters en bellen. De formulieren werden ingevuld, alles werd officieel afgerond en Nimmeke ging met ons mee naar huis. Heel rustig, alsof hij nooit anders gewend was geweest, stapte Nimmeke bij ons achterin de auto. Ook de andere honden vonden het prima. Jipppiiiiieeeeee!!!!

De naam was een dingetje. Mijn hondjes krijgen allemaal een gezellige, oerhollandse naam. De vriend vond dat Nimmeke, een Ierse Wolfshond kruising, toch beslist een Ierse naam moest hebben. Oke … schoorvoetend was ik bereid daarnaar te kijken. Maar: ik vind het eigenlijk niet leuk een totaal afwijkende naam te hebben (krijg er een beetje het gevoel van: wie hoort er niet in het rijtje thuis … en dat vind ik vreselijk). En ik hoorde mezelf niet heel gauw en soepel Aodhfionn roepen als hij bij me moet komen. Gelukkig kwam ik bij de letter ‘A’ van de Ierse jongensnamen al meteen Abracham tegen, de Ierse vorm van Abraham. Haaaaaaaa!!! Daarmee was de keuze snel gemaakt: Nimmeke heet voortaan Bram en hoort daarmee dus ook helemaal in het rijtje thuis!

Zo relaxed als Bram overkwam in het asiel en onderweg naar huis, zo onzeker en angstig bleek hij in de huiselijke omgeving te zijn. Als er iets in de brievenbus werd gedeponeerd, stond Bram volledig overstuur achterin de tuin met de staart onder de buik door. Als er mensen voor het raam langsliepen, raakte Bram volledig in paniek en vloog in volle vaart op het raam af, dit tot grote schrik van de mensen in kwestie. Want Bram is bepaald niet klein … gelukkig wist Bram wel op tijd af te remmen, anders had het me best een paar nieuwe ruiten gekost vrees ik. Ook de eerste keer dat Bram visite mocht begroeten in zijn nieuwe thuis verliep niet bepaald soepel. Eerlijk gezegd schrok ik er zelf ook van want hij vloog er vol op af. En dat bepaald niet op een enthousiast begroetende manier … zo …

Het is een beetje aftasten met zo’n nieuweling wat je moet doen. Je moet hem leren lezen. Dus: uitproberen maar wat voor Bram werkte. Me vooraf een beetje ingelezen hebbende over (het karakter van) de Ierse Wolfshond wist ik dat het gevoelige beestjes zijn. Die makkelijk te corrigeren zijn en graag aan de wensen van de baas willen voldoen. Na een lange periode van na elkaar opvoeden van twee ongelooflijk puberende bouviers met een enorme plaat voor de kop en een paar eikenhouten oren, leek me dat wel een verademing. Maar: Bram was zo overgevoelig dat hij bij een ‘uh’ van mijn kant al bovenop de keukenkastjes stond of wederom met de staart onder de buik door achterin de tuin. Jee … links en rechts eens wat rondgevraagd: hoe ga ik deze jongen corrigeren?

Want corrigeren was best wel een beetje nodig. Gezien zijn aanvallen op de mensen die voorbij kwamen. Het onvriendelijk begroeten van de visite. Maar ook het feit dat hij de pannen op het fornuis heel makkelijk leeg kon eten was 1x best vermakelijk maar daarna ben ik wel uitgelachen. De meedenkers wisten het ook zo gauw niet maar droegen wel allemaal handige tips aan. Ik heb ze opgeslagen op mijn eigen harde schijf en ben maar eens aan het ontdekken geslagen.

Waar ik al gauw achterkwam was dat het niet handig was Bram te corrigeren bij zijn acties richting voorbijgangers of visite. Begeleiden was het toverwoord. Als ik ingreep als hij overstuur raakte, werd hij alleen nog maar veel erger overstuur. Niet doen dus. Ik heb de mensen die regelmatig voorbij kwamen geïnformeerd en gevraagd of zij vooral gewoon voorbij wilden blijven komen en Bram wilden negeren. Dat deden ze. Bram vloog nog een paar keer op het raam af, wij (de hondjes en ik) keken vol belangstelling toe en deden niks. Na een paar keer was het over. Ook Bram’s gedoe rondom de brievenbus hebben wij met grote interesse bekeken en er helemaal niks mee gedaan. Dat is nu ook over. De visite hebben wij gevraagd vooral binnen te komen, Bram volledig te negeren en niet aan te kijken. Ook dat werkte en de visite die ooit door Bram als eerste heel onheus werd bejegend, kan nu met de jongen wandelen en spelen.

Wat ik ook heb gemerkt is dat angst bij de andere partij voor Bram een grote trigger is. Hij krijgt het er Spaans benauwd van.  Dus: niet bang zijn voor Bram is de boodschap. Ja … maar ja, bij sommige mensen is dat wat teveel gevraagd. Mijn broer was hier onlangs. Hij vond Bram wel erg groot en ongemakkelijk en werd bang. Dus Bram werd ook bang. En ze werden beiden allebei steeds banger. Bram heb ik onder controle, mijn broer niet. Die perste er nog uit: Het lijkt wel een wolf … waarop ik zei: nou, het is toevallig ook een Ierse Wolfshond. Bij het horen van die laatste woorden was mijn broer, toch ook al richting 50 en niet meer in het bezit van de conditie van een jonge god, op wonderbaarlijke snelle en atletische wijze via verschillende obstakels plotseling spoorloos verdwenen. Tja …. Het zal ooit wel een keer goed komen, maar nu nog niet. Zullen we maar zeggen.


Kijk, die dingen moet je ook de ruimte geven. Mijn broer is bang, Bram is bang, dat gaat niet werken. Dus gaan we met Bram verder met oefenen met mensen die niet bang zijn, zodat hij er vertrouwen in krijgt. Zoals mijn buurvrouw van 86. “Ben je gek, ik ben niet bang”. En dat werkt voor Bram en dan ben je heel welkom in ons huis.

Op 30 april heeft Bram zijn intrede gedaan. We zijn nu dik 2 maanden verder en Bram begint te puberen. Een bekend fenomeen bij herplaatsers, vooral bij diegenen die het niet makkelijk hebben gehad. Het (zelf-)vertrouwen komt en dat betekent dat moet worden uitgevonden waar de grenzen liggen. Dat vind je uit door uit te proberen wat goed en kwaad is. Was ik nog driftig op zoek naar een manier om Bram te corrigeren, sinds een week merk ik dat ik Bram kan corrigeren zonder dat hij helemaal van zijn padje raakt. Hij vertrouwt erop dat niet zijn hele leven instort als ik boos op hem ben. En ja, ik ben wel eens boos op hem. Want: het joch zet de hele tent hier minstens een keer per dag volledig op zijn kop. Gisteren trof ik hem in de tuin aan, met een ongelooflijk prethoofd pontificaal liggend op een enorm gat dat hij in de tuin had gegraven. En een lol …

Hij ontdekt ook dat hij veel indruk kan maken op andere honden en daar mag hij graag een beetje gebruik van maken. Dus: hij vindt het enorm lollig als de andere partij van hem schrikt en doet er dan graag een schepje bovenop.
En: hij vindt het geweldig om lekker te rennen en gek te doen buiten op een plek waar dat kan. Onlangs was ik bij de uiterwaarden van de IJssel, waar de jongens even lekker met elkaar konden rausen. De anderen blijven bij mij in de buurt maar ja, Bram heeft nog heel wat te ontdekken. En dus vloog Bram het beschermde weidevogelgebied in. Volledig sch*t aan mij hebbend … ik heb nog nooit zoveel vogels zien fladderen en veren zien ronddwarrelen. En Bram had een dikke pret, zo. Dat zijn van die momentjes dat je beslist niet trots naar je bloedje van een hond staat te kijken.

Ik mag nu dus echt aan de bak. En dat kan ook, want hij vertrouwt mij. Bovendien heb ik een paar fantastische secondanten, te weten mijn roedel, die Bram ook heel erg goed kunnen corrigeren en dat met verve doen, als hij weer te ver gaat. Voor Bram is dat erg prettig.



Waarom ik nou juist zo’n herplaatser in huis haal? Laat ik eerlijk zijn: het valt soms ook niet mee. En als ik aan het begin sta, twijfel ik ook, maak ik me soms ook zorgen, ben ik soms ook onzeker. Dat zijn de momenten waarop ik ook even mensen bel met veel ervaring en met hen de zaken bespreek. Het is best eng, ook als je het al vaker hebt gedaan. En dan doe ik het toch. Da’s raar. Nee hoor. Want tegenover die onzekerheid, het werken, het investeren, staan de momenten waarop juist deze herplaatshonden je zo raken en ontroeren, dat je van top tot teen helemaal vol schiet. En dat gevoel, dat kan zelfs de aandoenlijkste pup je never en nooit niet geven. En als je dan de boel eenmaal op de rit hebt en ziet hoe zo’n dier functioneert en geniet van het leven, dan weet je dat er met de juiste motivatie en wil aan beide kanten zo ontzettend veel moois valt te bereiken.

Dus met gepaste trots stellen wij aan jullie voor ons nieuwste en nu al heel erg gewaardeerde roedellid: Bram!





De Roedel vanaf april 2012

Met dank aan: Ylona en Bram
Datum: 09-07-2012