Op 22 april 2012 overleed onze zeer gewaardeerde ouwe
bouvieropa Bor op de leeftijd van 13,5 jaar. Opa Bor
was, zoals de meeste van de honden in onze roedel, een
herplaatser. Ik heb wel wat met herplaatsers. Je kunt,
als je ervoor open staat en je in de gelegenheid bent om
het te doen, zo ontzettend veel betekenen. In eerste
instantie voor de honden zelf, die een nieuwe kans
verdienen. In de tweede plaats kun je ook mensen helpen.
Zoals de vorige baasjes van opa Bor, die gewoonweg niet
meer voor hem konden zorgen. En helemaal gek werden van
het idee dat opa op zijn leeftijd naar een asiel zou
moeten.
De roedel bestond, na het overlijden van opa, uit 5
honden. En laat ik de papegaai ook niet uitvlakken. Maar
goed, dat terzijde. Op zich ben ik ruim voorzien van
beestenspul en dus was ik ook heel stellig: het is
genoeg zo. Maar ja, zoals altijd als er een plekje in de
roedel openvalt, komt er dan een hondje voorbij waarvan
je denkt: ik kan nu heel verstandig en rationeel zijn
maar er is wel een plekje over, ik weet dat het kan ….
Ik heb een week lang met mezelf lopen strijden.
Gesproken met een goede vriend. Voors en tegens
afgewogen. Terwijl ik van meet af aan wist dat die
jongen gewoon hier zou komen. Maar ja, je wilt voor
jezelf toch kunnen zeggen dat je er goed over nagedacht
hebt he.

Dus na een week flauwekul het asiel in België maar
gebeld. Heel vriendelijke mensen die heel blij waren met
het thuis dat de jongen in kwestie hier zou kunnen
krijgen. Want na een aantal jaren van grote onzekerheid,
veel afscheid nemen, veel reizen en vele en grote
veranderingen die voor hem als gevoelige hond helemaal
niet meegevallen waren, was een thuis met een vaste
roedel, weinig onrust en veel beweging en aandacht hem
wel erg gegund. Dat verhaal horende dacht ik: zie je wel,
ik wist het wel. Het lijkt bijna een soort van
herkenning die dan bevestigd wordt.
Op zondag gebeld, op maandag 30 april togen de vriend en
ik naar Lommel in België. We hadden de navi op ‘snelste
route’ gezet, dus we wisten dat we mooi op tijd (tussen
12-13 uur) in Lommel zouden zijn. Maar: de navi wilde
ons daarmee vanaf Eindhoven rechtstreeks naar beneden af
laten zakken. Waarbij wij door het centrum van een
aantal kleine dorpjes werden geleid. De navi had helaas
buiten Koninginnedag gerekend. En dus hadden we overal
te maken met omleidingen die steeds nergens heen leidden.
Bij de navi kwam op enig moment de stoom uit de oren.
Die was helemaal overstuur. De afgesproken tijd werd
ruim overschreden, dus helemaal relaxed zaten wij ook
niet meer in de auto. Ik stel voor dat de navi’s zo snel
mogelijk worden uitgerust met de optie ‘snelste route,
rekening houdend met feestdagen’ om dit soort onzin te
voorkomen.
Afijn, ruim na de afgesproken tijd konden wij ons toch
bij het asiel melden. Die ondanks onze late aankomst ons
reuze vriendelijk ontvingen. Meteen werd Nimmeke (hij
heette Nimrod, wat daar was veranderd in het gezellige
Nimmeke) opgehaald. Hij kwam er aan de leiband aanlopen
en ik wist: dit is ons nieuwe roedellid. Hij was heel
rustig, maakte heel kalm kennis met mijn andere
roedelleden. En dan ben ik dus zo: ik kan nog van alles
vragen en informeren maar hij gaat dus gewoon mee. Voor
het idee heb ik nog even met hem en mijn andere hondjes
een stukje gelopen maar de beslissing was meteen
gevallen. Nimmeke’s achtergrond was geen fijne maar dat
geeft niet. Ik kies voor hem, met al zijn toeters en
bellen. De formulieren werden ingevuld, alles werd
officieel afgerond en Nimmeke ging met ons mee naar huis.
Heel rustig, alsof hij nooit anders gewend was geweest,
stapte Nimmeke bij ons achterin de auto. Ook de andere
honden vonden het prima. Jipppiiiiieeeeee!!!!
De naam was een dingetje. Mijn hondjes krijgen allemaal
een gezellige, oerhollandse naam. De vriend vond dat
Nimmeke, een Ierse Wolfshond kruising, toch beslist een
Ierse naam moest hebben. Oke … schoorvoetend was ik
bereid daarnaar te kijken. Maar: ik vind het
eigenlijk niet leuk een totaal afwijkende naam te hebben
(krijg er een beetje het gevoel van: wie hoort er niet
in het rijtje thuis … en dat vind ik vreselijk). En ik
hoorde mezelf niet heel gauw en soepel Aodhfionn roepen
als hij bij me moet komen. Gelukkig kwam ik bij de
letter ‘A’ van de Ierse jongensnamen al meteen Abracham
tegen, de Ierse vorm van Abraham. Haaaaaaaa!!! Daarmee
was de keuze snel gemaakt: Nimmeke heet voortaan Bram en
hoort daarmee dus ook helemaal in het rijtje thuis!
Zo relaxed als Bram overkwam in het asiel en onderweg
naar huis, zo onzeker en angstig bleek hij in de
huiselijke omgeving te zijn. Als er iets in de
brievenbus werd gedeponeerd, stond Bram volledig
overstuur achterin de tuin met de staart onder de buik
door. Als er mensen voor het raam langsliepen, raakte
Bram volledig in paniek en vloog in volle vaart op het
raam af, dit tot grote schrik van de mensen in kwestie.
Want Bram is bepaald niet klein … gelukkig wist Bram wel
op tijd af te remmen, anders had het me best een paar
nieuwe ruiten gekost vrees ik. Ook de eerste keer dat
Bram visite mocht begroeten in zijn nieuwe thuis verliep
niet bepaald soepel. Eerlijk gezegd schrok ik er zelf
ook van want hij vloog er vol op af. En dat bepaald niet
op een enthousiast begroetende manier … zo …
Het is een beetje aftasten met zo’n nieuweling wat je
moet doen. Je moet hem leren lezen. Dus: uitproberen
maar wat voor Bram werkte. Me vooraf een beetje
ingelezen hebbende over (het karakter van) de Ierse
Wolfshond wist ik dat het gevoelige beestjes zijn. Die
makkelijk te corrigeren zijn en graag aan de wensen van
de baas willen voldoen. Na een lange periode van na
elkaar opvoeden van twee ongelooflijk puberende bouviers
met een enorme plaat voor de kop en een paar eikenhouten
oren, leek me dat wel een verademing. Maar: Bram was zo
overgevoelig dat hij bij een ‘uh’ van mijn kant al
bovenop de keukenkastjes stond of wederom met de staart
onder de buik door achterin de tuin. Jee … links en
rechts eens wat rondgevraagd: hoe ga ik deze jongen
corrigeren?

Want corrigeren was best wel een beetje nodig. Gezien
zijn aanvallen op de mensen die voorbij kwamen. Het
onvriendelijk begroeten van de visite. Maar ook het feit
dat hij de pannen op het fornuis heel makkelijk leeg kon
eten was 1x best vermakelijk maar daarna ben ik wel
uitgelachen. De meedenkers wisten het ook zo gauw niet
maar droegen wel allemaal handige tips aan. Ik heb ze
opgeslagen op mijn eigen harde schijf en ben maar eens
aan het ontdekken geslagen.
Waar ik al gauw achterkwam was dat het niet handig was
Bram te corrigeren bij zijn acties richting
voorbijgangers of visite. Begeleiden was het toverwoord.
Als ik ingreep als hij overstuur raakte, werd hij alleen
nog maar veel erger overstuur. Niet doen dus. Ik heb de
mensen die regelmatig voorbij kwamen geïnformeerd en
gevraagd of zij vooral gewoon voorbij wilden blijven
komen en Bram wilden negeren. Dat deden ze. Bram vloog
nog een paar keer op het raam af, wij (de hondjes en ik)
keken vol belangstelling toe en deden niks. Na een paar
keer was het over. Ook Bram’s gedoe rondom de brievenbus
hebben wij met grote interesse bekeken en er helemaal
niks mee gedaan. Dat is nu ook over. De visite hebben
wij gevraagd vooral binnen te komen, Bram volledig te
negeren en niet aan te kijken. Ook dat werkte en de
visite die ooit door Bram als eerste heel onheus werd
bejegend, kan nu met de jongen wandelen en spelen.
Wat ik ook heb gemerkt is dat angst bij de andere partij
voor Bram een grote trigger is. Hij
krijgt het er Spaans benauwd van. Dus: niet bang
zijn voor Bram is de boodschap. Ja … maar ja, bij
sommige mensen is dat wat teveel gevraagd. Mijn broer
was hier onlangs. Hij vond Bram wel erg groot en
ongemakkelijk en werd bang. Dus Bram werd ook bang. En
ze werden beiden allebei steeds banger. Bram heb ik
onder controle, mijn broer niet. Die perste er nog uit:
Het lijkt wel een wolf … waarop ik zei: nou, het is
toevallig ook een Ierse Wolfshond. Bij het horen van die
laatste woorden was mijn broer, toch ook al richting 50
en niet meer in het bezit van de conditie van een jonge
god, op wonderbaarlijke snelle en atletische wijze via
verschillende obstakels plotseling spoorloos verdwenen.
Tja …. Het zal ooit wel een keer goed komen, maar nu nog
niet. Zullen we maar zeggen.

Kijk, die dingen moet je ook de ruimte geven. Mijn broer
is bang, Bram is bang, dat gaat niet werken. Dus gaan we
met Bram verder met oefenen met mensen die niet bang
zijn, zodat hij er vertrouwen in krijgt. Zoals mijn
buurvrouw van 86. “Ben je gek, ik ben niet bang”. En dat
werkt voor Bram en dan ben je heel welkom in ons huis.
Op 30 april heeft Bram zijn intrede gedaan. We zijn nu
dik 2 maanden verder en Bram begint te puberen. Een
bekend fenomeen bij herplaatsers, vooral bij diegenen
die het niet makkelijk hebben gehad. Het (zelf-)vertrouwen
komt en dat betekent dat moet worden uitgevonden waar de
grenzen liggen. Dat vind je uit door uit te proberen wat
goed en kwaad is. Was ik nog driftig op zoek naar een
manier om Bram te corrigeren, sinds een week merk ik dat
ik Bram kan corrigeren zonder dat hij helemaal van zijn
padje raakt. Hij vertrouwt erop dat niet zijn hele leven
instort als ik boos op hem ben. En ja, ik ben wel eens
boos op hem. Want: het joch zet de hele tent hier
minstens een keer per dag volledig op zijn kop. Gisteren
trof ik hem in de tuin aan, met een ongelooflijk
prethoofd pontificaal liggend op een enorm gat dat hij
in de tuin had gegraven. En een lol …

Hij ontdekt ook dat hij veel indruk kan maken op andere
honden en daar mag hij graag een beetje gebruik van
maken. Dus: hij vindt het enorm lollig als de andere
partij van hem schrikt en doet er dan graag een schepje
bovenop.
En:
hij vindt het geweldig om lekker te rennen en gek te
doen buiten op een plek waar dat kan. Onlangs was ik bij
de uiterwaarden van de IJssel, waar de jongens even
lekker met elkaar konden rausen. De anderen blijven bij
mij in de buurt maar ja, Bram heeft nog heel wat te
ontdekken. En dus vloog Bram het beschermde
weidevogelgebied in. Volledig sch*t aan mij hebbend … ik
heb nog nooit zoveel vogels zien fladderen en veren zien
ronddwarrelen. En Bram had een dikke pret, zo. Dat zijn
van die momentjes dat je beslist niet trots naar je
bloedje van een hond staat te kijken.
Ik mag nu dus echt aan de bak. En dat kan ook, want hij
vertrouwt mij. Bovendien heb ik een paar fantastische
secondanten, te weten mijn roedel, die Bram ook heel erg
goed kunnen corrigeren en dat met verve doen, als hij
weer te ver gaat. Voor Bram is dat erg prettig.

Waarom ik nou juist zo’n herplaatser in huis haal? Laat
ik eerlijk zijn: het valt soms ook niet mee. En als ik
aan het begin sta, twijfel ik ook, maak ik me soms ook
zorgen, ben ik soms ook onzeker. Dat zijn de momenten
waarop ik ook even mensen bel met veel ervaring en met
hen de zaken bespreek. Het is best eng, ook als je het
al vaker hebt gedaan. En dan doe ik het toch. Da’s raar.
Nee hoor. Want tegenover die onzekerheid, het werken,
het investeren, staan de momenten waarop juist deze
herplaatshonden je zo raken en ontroeren, dat je van top
tot teen helemaal vol schiet. En dat gevoel, dat kan
zelfs de aandoenlijkste pup je never en nooit niet geven.
En als je dan de boel eenmaal op de rit hebt en ziet hoe
zo’n dier functioneert en geniet van het leven, dan weet
je dat er met de juiste motivatie en wil aan beide
kanten zo ontzettend veel moois valt te bereiken.
Dus met gepaste trots stellen wij aan jullie voor ons
nieuwste en nu al heel erg gewaardeerde roedellid: Bram!
De Roedel vanaf april 2012
 |