Opspringen tegen mensen is normaal honds gedrag, met
een aangeboren en een aangeleerde factor. De aangeboren
factor is de natuurlijke neiging om te begroeten door
neus- en bekcontact. Jonge pups likken naar en zelfs ín
de bek van hun moeder en andere volwassen honden. Met
dit gedrag tonen ze vriendschappelijke onderdanigheid èn
bedelen ze om voer. De moederhond geeft (soms) als
reactie op het naar de bek likken voorverteerd voer op
voor haar jongen. De drang om (met bek en tong) contact
te willen maken met uw gezicht (of het gezicht van
iemand anders) heeft dus een natuurlijke achtergrond.
De aangeleerde factor betreft het feit dat honden vaak
ervaren dat opspringen belonend werkt. Het resultaat van
opspringen is namelijk meestal - zeker wanneer een pup
dit doet -
aandacht en liefkozingen. Jong geleerd is oud gedaan!
Als u de hond het opspringen wilt afleren, zult u de
hond moeten laten ervaren dat opspringen geen succes
heeft. Dus als hij opspringt om aandacht te krijgen,
krijgt hij juist geen aandacht! Geen aandacht betekent
ook de hond niet van u afduwen. Wanneer u dat doet
‘gunt’ u de hond stevig lichamelijk contact met u. En
dat is precies wat hij wil.
Het afleren van probleemgedrag door de hond consequent
geen succes te laten hebben wanneer hij het betreffende
gedrag vertoont heet uitdoven. Wanneer u deze techniek
wilt toepassen om uw hond bijvoorbeeld opspringen af te
leren, dan is het goed om te weten dat bij uitdoving in
eerste instantie het probleem zal verergeren! Bij mensen
werkt dit ook zo. Stelt u zich voor dat u op de tiende
verdieping van een flatgebouw woont. Het flatgebouw
heeft een lift. Als reactie op uw gedrag “op het knopje
LIFT drukken”, gaat altijd het lampje branden en na
enige tijd komt de lift. Wanneer nu de lift kapot is,
dus uw gedrag “op het knopje LIFT drukken” heeft ineens
geen effect meer, dan zult u waarschijnlijk de neiging
hebben om nog vele malen en telkens harder op het knopje
te drukken! De kans is groot dat u op de knop gaat slaan...
Pas wanneer blijkt (na dagen- of zelfs wekenlang blijven
proberen) dat vanaf dat eerste moment de lift nooit meer
komt wanneer u op het knopje drukt, dan zult u het
uiteindelijk opgeven.
Er is nog een effect van de uitdovingsmethode waarmee u
rekening moet houden. Dat is dat wanneer u niet volledig
consequent handelt, u dan waarschijnlijk het probleem
verergert in plaats van dat u het wegtraint. Immers:
wanneer het opspringen van de hond soms wel en soms niet
met aandacht wordt beloond, dan past u intervalbeloning
toe. Intervalbeloning (dat wil zeggen dat de hond van te
voren niet weet of hij die keer wel of niet beloond zal
worden en in welke mate), werkt motiverend. De hond zal
iedere keer uitproberen of zijn opspringen nu wel het
gewenste succes heeft.
De uitdovingsmethode werkt op zijn best wanneer u niet
alleen het probleemgevende gedrag niet langer succesvol
laat zijn, maar daarnaast en gelijktijdig alternatief
gedrag intraint. Als voorbeeld weer de niet meer
werkende liftknop: als u er achter zou komen dat het
drukken op de liftknop niet meer werkt, maar dat de lift
wél komt wanneer u aan de portier vraagt om de lift voor
u op te halen, dan zou u het gedrag “drukken op liftknop”
heel snel afleren. Dus als u door middel van uitdoving
uw hond wilt afleren om op te springen, dan werkt dat
beter en sneller wanneer u hem gelijktijdig een
succesvol alternatief aanbiedt. Leer de hond
bijvoorbeeld dat hij wél volop aandacht krijgt zodra hij
ZIT.
Een goed werkzame "therapie" om opspringen af te leren
is dus:
Sta stokstijf stil en negeer de hond zodra hij opspringt.
Geef in de aanleerfase wel (één maal) het commando ZIT.
Vanzelfsprekend moet uw hond het opvolgen van het
commando ZIT voor deze oefening al wel goed beheersen.
Leer de hond dat u hem volop (positieve) aandacht geeft
zodra hij gaat zitten in die situaties waarin hij gewend
was om tegen u op te springen (bijvoorbeeld wanneer u
thuiskomt na te zijn weggeweest).
Werk
toe naar de gewoonte van uw hond dat hij automatisch (dus
zonder dat u daartoe een commando geeft) gaat zitten
wanneer hij u wil begroeten. In de aanleerfase geeft u
altijd direct (één maal) het commando ZIT zodra de hond
opspringt en u dus stokstijf stilstaat. Zodra de hond
telkens vlot op uw commando reageert, gaat u proberen of
de hond uit zichzelf gaat zitten wanneer u stokstijf
stil gaat staan zónder dat u een commando geeft. In de
laatste fase moet de hond (bij u) gaan zitten als
automatische reactie op uw thuiskomst en zijn wens om
door u begroet te worden.
Het afleren van het opspringen tegen andere mensen dan u
en uw eventuele huisgenoten werkt op precies dezelfde
wijze. Vraag aan iemand tegen wie de hond normaal
gesproken opspringt om u te helpen de hond op deze wijze
te trainen. Het maakt niet uit of u of “de bezoeker” in
de beginfase het commando ZIT geeft. De hond wordt door
u beiden beloond zodra hij daadwerkelijk zit. |