Je hond in de puberteit
Omdat mensen het vaak veel lastiger vinden dan gedacht,
als hun hond in de puberteit zit, komen juist veel
honden in die leeftijdscategorie in het asiel terecht.
En hoewel die periode inderdaad niet de gemakkelijkste
is met je hond, kun je hem samen met je hond prima
doorkomen als je onderstaande zaken aandacht geeft.
Vanaf een maand of vijf (afhankelijk van het ras) komt
je hond in de puberteit. Zijn interesse in andere honden
en zijn onafhankelijkheid worden groter. Doordat de
hormonen door zijn lijf gieren, kan je hond ander gedrag
gaan vertonen. De kans is groot dat hij lastig wordt,
vergeet wat hij al geleerd had en soms wordt zijn gedrag
wat agressief.
Veel baasjes raken behoorlijk geďrriteerd door deze
nieuwe gedragingen van hun hond. Maar bedenk dat je hond
het niet kan helpen, en dat het slechts een periode is
die zeker ook weer voorbij gaat. Heb er begrip voor en
stel wat betreft het aanleren van nieuwe oefeningen geen
al te hoge eisen.
Leg de prioriteit op het onderhouden van hetgeen je hond
al geleerd heeft. Jouw irritatie en een harde aanpak
kunnen ertoe leiden dat je hond steeds afstandelijker
wordt en blijft, of zich gaat verzetten.
Accepteer het echter in geen geval dat je hond
onaanvaardbaar gedrag gaat vertonen! Want dan wordt dat
ongewenste gedrag, aangeleerd gedrag!
Om je hond door deze fase heen te
helpen, zijn de volgende punten van belang:
|
 |
Ten eerste:
Geef je hond duidelijkheid. Wees altijd
consequent en laat je hond zijn beloningen verdienen!
Voor alles wat je hond graag wil – zoals zijn eten,
aangelijnd worden om te gaan wandelen, afgelijnd worden
om los rond te kunnen lopen, iets lekkers krijgen –
krijgt hij pas nadat hij een opdracht voor je heeft
uitgevoerd!. Zo kun je hem bijvoorbeeld laten zitten,
kijken of liggen voordat hij iets krijgt of gedaan
krijgt.
Ten tweede:
Onderneem veel met je hond. In deze periode is
het juist heel goed om veel met je hond samen te doen.
Dingen die hem lichamelijk en vooral geestelijk uitdagen.
Houd de lange wandelingen afwisselend door naar veel
verschillende plekken te gaan en tijdens de wandeling (zoek)spelletjes
te doen. Laat vooral de hersenen van je hond werken.
Ten derde:
Blijf trainen op gehoorzaamheid, ga voor succes
en voorkom ongehoorzaamheid.
Ten vierde:
Blijf bezig met de socialisatie. Net als bij
pubers kan bij een puberende hond ineens de onzekerheid
toeslaan in zijn poging de grenzen op te zoeken. Daarom
is het contact met andere mensen en honden ook in deze
fase erg belangrijk.
Ten vijfde:
Ga direct gericht aan de slag met je hond als hij
agressie vertoont. Zorg daarbij dat gewenst gedrag
aantrekkelijker wordt dan agressief gedrag, en in de
plaats komt van het agressieve gedrag. Zie hiervoor mijn
artikel dat ik over agressief gedrag heb geschreven.
Als zesde punt:
Reuen gaan in de puberteit markeren: om de haverklap een
klein plasje doen. Met name in de bebouwde kom geeft dit
hinder voor de omgeving en ook voor jezelf is het lastig
omdat je steeds op je hond moet wachten! In plaats
daarvan kun je ook af en toe stilstaan en met een
commando (“Plasje doen”) aangeven dat je hond op dat
moment gelegenheid heeft zijn behoefte te doen én je
hond belonen wanneer hij plast op een aanvaardbare plek.
Overigens kunnen teefjes ook gaan markeren wanneer zij
in de puberteit komen.
Punt zeven:
Puberhonden hebben de neiging hun territorium te
verdedigen. Dit kan in huis of in de tuin zijn.
Bijvoorbeeld, als de hond zonder toezicht in de tuin is.
Zo kan de gewoonte ontstaan om naar iedere voorbijganger
te blaffen. De voorbijganger loopt door dus de hond
heeft ‘de indringer verjaagd’. Dit succes werkt als
beloning, waardoor het blaffen steeds erger wordt. Over
het ongewenst blaffen heb ik dit artikel geschreven.
Als achtste punt:
is het belangrijk om aan het zelfvertrouwen van je hond
te werken. Zit niet overal bovenop maar beloon liever
het gewenste gedrag dat door hem op eigen initiatief
wordt uitgevoerd.
Veel succes met je puberende hond! |