Castratie en sterilisatie
Er zijn veel misverstanden over castratie en
sterilisatie. Veel dierenartsen adviseren ten onrechte om
honden te castreren om gedragsproblemen op te lossen.
Wanneer je bedenkt dat dierenarts een commercieel beroep
is, hetgeen wil zeggen dat de dierenarts voor zijn
inkomen afhankelijk is van het verrichten van ingrepen
en het verstrekken van medicijnen, is het niet zo vreemd
dat de veterinaire wereld het castreren en steriliseren
van reuen en teven promoot. Dit wil niet zeggen dat elke
dierenarts een verkeerd advies geeft. Castratie wordt
vaak als wondermiddel gezien om agressieproblemen op te
lossen, maar uit onderzoek blijkt dat na castratie veel
minder dan de helft van agressieproblemen in werkelijk
zijn opgelost. De oplossing bij agressieproblemen mag
dan ook niet gezocht worden bij castratie, om dit
probleem op te lossen heeft men meer baat bij het goed
opvoeden van de hond, al dan niet met behulp van een
kynologisch gedragstherapeut. Als men wil weten of
castratie toch een positieve invloed heeft op het gedrag,
dan kan men de hond tijdelijk chemisch castreren voordat
men overgaat op definitief castreren.

Wat het verschil is tussen castratie
en sterilisatie hond.
De termen castratie en sterilisatie worden vaak door
elkaar gehaald. Bij teven wordt vaak gesproken over
sterilisatie terwijl men castratie bedoelt. Beide
ingrepen hebben als doel de reu of teef onvruchtbaar te
maken. Het is trouwens een fabeltje dat het beter is dat
een teef eens in haar leven een nestje moet hebben gehad.
Bij castratie wordt bij de reu de teelballen weggehaald,
er is dan geen productie meer van sperma en het
mannelijke hormoon testosteron. Dit kan vanaf de
leeftijd van 3-4 maanden. Bij de teef wordt bij
castratie de eierstokken verwijderd, hierdoor stopt de
hormoonproductie van oestrogeen waardoor de teef niet
meer loops wordt en ook niet meer schijnzwanger kan
worden. Bij sterilisatie wordt bij de reu de zaadleiders
onderbroken zodat de reu onvruchtbaar wordt, de
testosteronproductie gaat gewoon door. Bij de teef
worden de eileiders afgebonden.
Voor en nadelen castratie hond.
Bij castratie verandert de stofwisseling van de honden,
hierdoor kan de hond dikker worden. Dit probleem kan
makkelijk verholpen worden door hier rekening mee te
houden bij het voeren van de hond. Honden (vooral bij
het vroeg castreren van teven) kunnen last krijgen van
incontinentie problemen. Meestal is dit op te lossen
door medicatie. Castratie verhoogt de kans op tumoren in
het hart- en vaatstelsel. Bij verschillende rassen
verandert de vachtstructuur naar castratie. Het voordeel
van teven is dat ze niet meer loops worden en niet
schijnzwanger kunnen worden. Ze hebben minder kans op
baarmoederontsteking. Reuen hebben na castratie minder
de neiging te gaan zwerven, op zoek te gaan naar
vruchtbare teefies. Daarnaast wordt hun territoriumdrift
verminderd waardoor ze minder geneigd zijn hun
territorium af te bakenen door urinevlagen uit te zetten.
Gecastreerde reuen hebben minder kans op een
voorhuidontsteking.

Prikpil
Castreren of steriliseren is een definitieve ingreep.
Wanneer men deze ingrepen niet wil doen en toch wil
voorkomen dat de teef drachtig wordt dan kan men
overwegen om de dierenarts de teef een prikpil te laten
geven. Dit moet wel periodiek gebeuren. Het nadeel van
de prikpil is wel dat er dan een verhoogde kan is op een
baarmoederontsteking, suikerziekte en melkkliertumoren.
Ook kan er lokaal haarverkleuring of haarverlies
optreden.
Conclusie.
Overweeg goed de voor en nadelen voordat men
overgaat tot castratie of sterilisatie. Meestal wegen de
voordelen niet op tegen de nadelen van de ingreep.
Gedragsproblemen bij honden worden meestal niet opgelost,
beter is het de oplossing te zoeken in het goed trainen
en opvoeden van de hond. Kans op bepaalde aandoening
kunnen worden verminderd door castratie of sterilisatie,
maar zonder ingreep is de kans op één van deze
aandoening niet zo groot dat men om die reden tot
castratie of sterilisatie over zou moeten gaan. In de
meeste gevallen is het onvruchtbaar maken van de hond de
enigste juiste reden voor de niet risicoloze ingreep. |