De hondenneus: Een opmerkelijk zintuig!
Door Rudi van den Dijck, Hondentips
Magazine

De reukzin van de hond is een van de meest
opmerkelijke zintuigen van de hond. Elke hond heeft
deinstinctieve drang om aan alles te snuffelen: mensen,
andere honden, voorwerpen, bomen, enzovoort … .
Via de reuk doet de hond allerlei informatie op. Dit
zintuig is ongeveer een miljoen maal gevoeliger dan ons
reukorgaan. Het is alsof je hond bij elke wandeling de
dagelijkse krant leest en dan wel de laatste editie. Wie
is er geweest, wat is er gebeurd, reu, teef, interesse
of afkeer, dat alles komt onze hond te weten door middel
van zijn reukorgaan.
Voor het herkennen van geuren zijn in de hersenen van de
hond 40 keer zoveel cellen gereserveerd als bij de mens.
Dat is dan ook de voornaamste reden waarom de hond
gebruikt wordt als speurhond (narcotica), bommen,
gaslekken en zelfs truffels, nadat ze hiervoor specifiek
een opleiding hebben gekregen.
Een
deel van de grotere gevoeligheid van de hondenneus is
toe te schrijven aan de grotere omvang van het
zintuigveld in de neusholte, dat gevoelig is voor de
geurprikkels (area olfactoria). Bij de mens meet dit
veld ongeveer 3 vierkante centimeter, bij de hond
ongeveer 130 vierkante centimeter. Bovendien liggen de
reukgevoelige cellen veel dichter bij elkaar zodat het
aantal cellen per vierkante centimeter groter is.
Net zoals bij de mens bestaat de neus uit twee helften
die van elkaar gescheiden zijn door het neustussenschot.
Dit is het kraakbenig verlengde van het ploegschaarbeen.
De totale neusholte is bekleed met slijmvlies waarin
drie typen cellen voorkomen:

Slijmcellen: Scheiden slijm af zodat het vuil en stof er
blijft aankleven en zo door de trilhaarcellen kan warden
verwijderd. Het slijm maakt ook de ingeademde lucht
vochtig en op temperatuur, dit om uitdroging in de
luchtwegen te voorkomen.
Trilhaarcellen. Die ik hierboven reeds aanhaalde: deze
cellen werken het vuil en het stof dat erop terechtkomt
naar buiten.
Reukcellen: Helpen allerlei geuren te analyseren, zodat
het dier in staat is om de verschillende 'luchtjes' waar
te nemen, bijvoorbeeld voedsel, lichaamsgeur van andere
dieren, gevaar enzovoort.

De neus van een gezonde hond voelt koel aan en is
vochtig. De neus wordt door uitscheiding van bepaalde
cellen vochtig gehouden. Deze cellen worden geactiveerd
als het zintuig nieuwe geuren ontdekt. De 'geurdeeltjes'
worden door deze uitscheiding opgelost en vervolgens in
contact gebracht met de reukcellen.
Soms kan een te droog aanvoelende neus wijzen op een
stofwisselingsprobleem. Dit hoeft echter niet altijd zo
te zijn. Maar een vochtige neus is in ieder geval beter
voor het ruiken en ter bescherming van de neushuid zelf.
Door een te droge neus kunnen er ook nog kleine
huidirritaties ontstaan aan de neus, omdat een hond nu
eenmaal graag de neus als gereedschap gebruikt om in de
grond te wroeten of dwars door een dichte heg of struik
te gaan.
Een of twee druppels amandelolie op een te droge neus
met eventuele kloven werkt verlichtend.
Verandering van neuskleur
De neus zit vol haarvaatjes, kleine bloedvaatjes die
normaal vol helderrood bloed zitten.
Een
hond waarvan de neus er opeens blauwig gaat uitzien, kan
cyanose krijgen, een aandoening waarbij het bloed niet
genoeg zuurstof bevat. Cyanose duidt op
ademhalingsproblemen die kunnen worden veroorzaakt door
een hartaandoening.
Cyanose is altijd een noodgeval waarmee je naar de
dierenarts moet. Maar de neuskleur is niet altijd een
aanwijzing, want bij honden met een donkere neus ziet
men de blauwige kleur niet. Sommige honden raken af en
toe hun pigment kwijt, waardoor de neus wit of roze
wordt. Zelden is dit een kwestie van slechte gezondheid.
Dobermannpinchers en Rottweilers zullen eerder deze
aandoening, vitiligo genaamd, krijgen.
De huidcellen verliezen wat van hun melanine. Honden met
echte vitiligo krijgen nooit hun huidskleur terug, maar
verder is het een onschuldige aandoening.
Andere rassen zoals Collies, Siberische husky's,
Amerikaanse Eskimohonden Alaskan malamutes (maar ook
bijvoorbeeld onze golden) raken enkel in de winter hun
pigment kwijt. Vroeger dachten dierenartsen dat deze
aandoening werd veroorzaakt door het felle zonlicht dat
weerkaatste en de neus wit bleekte, of door een
combinatie van kou en trauma, omdat de honden hun neus
dikwijls als sneeuwschuif gebruiken. Maar ook in de
warme klimaten krijgen sommige honden 'winterdepigmentatie'.
Totaal onschadelijke aandoening, als men al van een
aandoening mag spreken.

Hooikoorts.
Over hooikoorts schrijven is in deze periode van het
jaar niet echt relevant, maar nu we toch aan een serie
zijn begonnen over de hondenneus kunnen we dit item niet
over het hoofd zien.
Honden met een allergie zijn eerder kriebelig dan
snuffelig. En krijgen af en toe toch een druipneus.
Wanneer er een druipneus bij te pas komt dan is het
meestal een inhaleringsallergie veroorzaakt door
stuifmeel, schimmels of stof. Er is een afscheiding (waterig)
uit ogen en neus.
Typisch voor een allergie kan zijn: tegelijk bij de
neusloop: likken aan de poten, rode binnenkant van de
oren (die normaal gezien roze van kleur is.) De hond zal
eventueel krabben en heftig wrijven met de neus over de
grond. Dit komt veelal voor in het pollenseizoen (juli
en augustus)
In geval van allergie moet uiteraard eerst onderzocht
worden waarvoor de hond allergisch is .
Blokkades

De hondenneus kan zoveel zuigkracht hebben dat hij
twijgjes of zelfs steentjes opzuigt.
Maar dit kan ook eenvoudigweg een grasaartje zijn, een
insect. In dit geval gebeurtt het niezen in aanvallen (paroxismaal)
Als er eenmaal iets in de neus zit kan dat voor een
waterige afscheiding zorgen. Soms krijgt hij een
bloedneus. Gelukkig krijgen de honden meestal het
voorwerp los door te niezen of met hun kop te schudden.
Blijft het voorwerp zitten, dan zullen de neuswegen
irriteren en waarschijnlijk infectie veroorzaken.
Dit vraagt een behandeling van de dierenarts.
1. Om het voorwerp te verwijderen.
2. Om de infectie te behandelen.
Een snelle manier om na te gaan of er iets in de neus
zit: houdt een spiegeltje voor de neus van de hond.
Wanneer een van de twee kanten niet beslaat dan zit de
kant waar geen damp op het spiegeltje verschijnt dicht!
De meeste voorwerpen zitten vlak bij de buitenkant. Je
kunt ze eventueel zien als je met een zaklamp in de neus
schijnt. Je kunt zelf proberen het voorwerp (bijvoorbeeld
een grasaar) te verwijderen met een pincet met
afgestompte punten. Maar het is eerder een werkje dat ik
zou overlaten aan de dierenarts.
Virusinfecties- bacteriële infecties-schimmelinfecties.
Virusinfectie.
Het gebeurt wel eens dat een hond een virusinfectie
oploopt waarbij vaak een heldere neusafscheiding hoort.
De meeste virusinfecties gaan binnen een paar dagen
gewoon over, maar intussen is jouw hond wel een 'besmettingshaard'
voor andere honden. Denk daaraan als je te maken krijgt
met pups of oudere en verzwakte dieren in de omgeving
van de 'zieke' hond.
Neusverkoudheid.
Net zoals de mens, kan een hond een neusverkoudheid
oplopen (acute rhinitis). Als deze echter steeds weer
opflakkert spreekt men van chronische rhinitis.
Honden die een beetje als 'serreplantje' gehouden worden
en bij de minste regendruppel binnenshuis moeten blijven,
kortharige rassen, zijn nogal eens gevoelig voor
rhinitis. Deze kunnen zich moeilijker aanpassen aan
plotse weersveranderingen. Toch kunnen ook robuuste
honden kouvatten. Overigens wil dit niet zeggen dat men
met de hond telkens opnieuw in de gietende regen naar
buiten moet om hem te harden!
De aandoening begint met veelvuldig niezen. De hond
strijkt met de poten over de ogen en de neus. Eerst kun
je een waterige afscheiding vaststellen, daarna etterige.
In een gevorderd stadium kunnen er korstjes aan de
neusgaten verschijnen. Hierbij moet je wel aandacht
schenken aan de neusgaten dat ze niet gaan dichtkleven,
want de hond kan hierdoor ademhalingsklachten en zelfs
ademnood krijgen.
Neusverkoudheid treedt vaak op als bijverschijnsel van,
onder andere, hondenziekte.
Er zijn ook nog andere oorzaken van ontsteking van het
neusslijmvlies (rhinitis) dan een virus: irritatie van
het neusslijmvlies door stof, pollen (allergieën), rook
en vreemde voorwerpen.
Als je een neusverkoudheid opmerkt bij een pup, laat hem
dan zeker door de dierenarts onderzoeken. Meldt
eventueel bijkomende symptomen van diarree, verlies van
eetlust, lusteloosheid, koorts… .
Als deze symptomen zich voordoen bij een volwassen hond,
ouder of verzwakt dier raadpleeg eveneens de dierenarts.
Hij alleen kan beslissen over welke aandoening het hier
in feite gaat! Het kan een ernstig iets zijn, waarbij
snel moet worden ingegrepen.
Bacteriële ontsteking
Neusbijholteontsteking.
In het voorhoofd van de hond liggen de neusbijholten (sinussen)
die ontstoken kunnen geraken ten gevolge van bacteriën
of vreemde voorwerpen in de neus. De symptomen van
sinusitis zijn: gebrek aan eetlust, niesaanvallen en een
gele afscheiding uit de neus.
De dierenarts zal de juiste diagnose moeten stellen
omdat er verschillende aandoeningen zijn met deze
symptomen. Sinusitis kan ook een slechte adem
veroorzaken.
Omgekeerd niezen.
Het klinkt als een herhaaldelijke, aanhoudende snurk.
Het is een ineens optredende, zeer geforceerde inademing.
Het doet vreemd aan, maar is in feite iets normaal. Het
heeft niet veel te betekenen, al kan het worden
veroorzaakt door een periodieke allergie.
Over het algemeen duurt het maar een paar seconden en
het kan ontstaan door opwinding, drinken van water of
druk van de halsband.
Wanneer echter het omgekeerd niezen aanhoudt, raadpleeg
dan je dierenarts.
Neusbloeding.
Een neusbloeding is geen aandoening. Het is wel een
symptoom voor veel andere zaken. Meestal wordt een
neusbloeding veroorzaakt door verwondingen. Bijvoorbeeld
het gevolg van een ongelukje, een val of een klap.
Je dierenarts zal daarom altijd willen weten waarom je
hond een neusbloeding kreeg. In de meeste gevallen stopt
de neusbloeding vanzelf. Wanneer een neusbloeding vaak
terugkeert zijn er meestal andere oorzaken.
Mogelijke
oorzaken:
• tumoren
• tandwortelabcessen
• een vreemd voorwerp in de neus
• een ernstige bijholteontsteking
• veel niezen (allergie bv.)
• te hoge bloeddruk.
• longbloeding
• springen van een adertje
Houdt het dier na een neusbloeding zo rustig mogelijk en
leg een koud kompres of een ijsklontje op de neusrug.
Stop zeker geen watten of gaas in de neusholten.
Hetzelfde geldt voor neusbloedingen die optreden na een
ongeluk.
Bij het transport moet je erop letten dat de kop
zijwaarts lager ligt dan de rest van het lichaam, dit om
te voorkomen dat het gestolde bloed in de longen
terechtkomt.
Een vergiftiging kan ook ernstige neusbloedingen
veroorzaken, bijvoorbeeld rattenvergif ofzo. De
dierenarts kan de ernst van de situatie het beste
inschatten en zal als het nodig is foto's van de neus
nemen om de oorzaak van de bloeding te achterhalen.
Bloedtests zijn nodig om uit te zoeken of het hier
eventueel gaat om een auto-immuunziekte. Auto-immuunziekte
ontstaat doordat het immuunsysteem lichaamseigen cellen
en stoffen als vreemd aanziet. Het lichaam gaat dan
antistoffen tegen de eigen weefsels vormen
 |