Honden weten wanneer hun baas thuis
komt
Honden weten wanneer hun baas thuis komt Dieren doen
dingen die wij mensen voor onmogelijk houden. Ze
voorspellen onheil, nemen de telefoon op als de baas
belt en springen op als de baas nog kilometers verderop
in de auto stapt naar huis. Al jarenlang verzamelt en
onderzoekt Rupert Sheldrake dergelijk onverklaarbaar
gedrag.
Wanneer de Noorse vroedvrouw Kate Laufer onaangekondigd
thuiskomt, staat er altijd een warme kop thee voor haar
klaar. Manlief Walter hoeft alleen maar naar Tiki de
terriër te kijken om te weten wanneer hij de ketel op
het vuur moet zetten. Als Tiki naar het raam rent, is
zijn vrouw op weg naar huis.

Wanneer de telefoon bij een professor aan de
universiteit van Californië rinkelt, weet zijn vrouw
altijd of haar man aan de lijn is. Poes Whiskins is dan
namelijk als eerste bij de telefoon en krijgt het zelfs
voor elkaar om de hoorn van de haak te gooien en in het
apparaat te miauwen. Als er iemand anders belt, neemt
Whiskins niet op.
Julia Orr dacht, dat haar paarden het wel naar hun zin
zouden hebben in hun nieuwe weitje, zo'n twintig
kilometer van hun oude boerderij. Toen een storm op een
nacht de hekken omblies, zagen zij hun kans schoon. De
volgende ochtend stonden ze aan het hek van de oude
boerderij. Aan de hoefafdrukken was te zien, dat ze
paden en wegen hadden bewandeld die voor hen volslagen
onbekend waren.
Op 17 oktober 1989 zag Tirzah Meek uit Santa Cruz in
Californië haar kat naar zolder rennen en zich
verstoppen, iets wat ze nog nooit had gedaan. Ze was
doodsbang en weigerde naar beneden te komen. Drie uur
later sloeg de Loma Prieta aardbeving toe. Het centrum
van Santa Cruz werd in puin gelegd.
Het fascinerende gedrag van huisdieren zette de Britse
bioloog Rupert Sheldrake aan tot een intensief onderzoek
bij meer dan tweeduizend eigenaren en trainers van
dieren. Daarnaast observeerde hij meer dan duizend
willekeurig uitgekozen eigenaren met hun dieren en nam
hij bij meer dan honderd mensen een interview af die
ervaringen hebben met onverklaarbaar diergedrag. De
resultaten zijn nu - na vijf jaar onderzoek - gebundeld
in het recent verschenen boek Dogs that know when their
owners are coming home, and other unexplained powers of
animals (Hutchinson, 1999 - vertaling bij Kosmmos-Z&K:
Honden weten wanneer hun baas thuiskomt).
Sheldrake - gepokt en gemazeld in Harvard en Cambridge -
begreep jaren geleden al dat de conclusies van dit
onderzoek grote gevolgen zouden kunnen hebben voor hoe
wij onszelf en de wereld beschouwen. In 1994 publiceerde
hij een boek, Seven ideas that could change the world,
waarin hij verklaringen zoekt voor onverklaarbare
fenomenen. Hoe is het mogelijk dat duiven altijd de weg
naar huis vinden? Hoe communiceren termieten schijnbaar
telepathisch bij de bouw van hun nesten? Hoe 'voelen' we
dat iemand ons aanstaart? Waar komt fantoompijn (pijn
die blijft bestaan in een ledemaat dat is afgezet)
vandaan?
Wat deze experimenten allemaal gemeen hebben, is dat de
reguliere wetenschap er geen verklaring voor heeft.
Hierdoor wordt er nauwelijks aandacht aan geschonken of
worden de resultaten zelfs ontkend. Het belangwekkende
van Sheldrake's onderzoek is, dat hij puur
wetenschappelijk te werk gaat en uiteindelijk met een
fascinerende hoeveelheid feiten op de proppen komt waar
we niet omheen kunnen. Ook komt hij met mogelijke
verklaringen. Eén van die verklaringen is het zogenaamde
morfogenetische veld. In dit veld zou informatie liggen
opgeslagen waarop dieren en mensen middels een zesde
zintuig afstemmen. Op deze manier zouden duiven de weg
naar huis vinden - door in te tunen op het veld waar de
informatie over hun thuislocatie ligt opgeslagen.
Sheldrake vergelijkt het veld met een groot elastiek
waaraan de duiven vastzitten. Zelfs als duiven worden
geblinddoekt, in centrifuges worden dolgedraaid of over
grote afstand in zwarte dozen worden vervoerd, vinden ze
zonder mankeren de weg terug. Hetzelfde geldt voor
vlinders en vissen die enorme afstanden afleggen om
uiteindelijk exact uit te komen op de plek waar ze
moeten zijn.
Naast dit morfogenetische veld zou er ook sprake kunnen
zijn van telepathische communicatie. Bij termieten wordt
dit duidelijk. Wanneer een termietennest gedeeltelijk
wordt verwoest, dan gaan de beestjes onmiddellijk aan de
slag om het te repareren. Het merkwaardige is, dat dit
volgens een van bovenaf gedirigeerd plan lijkt te
gebeuren. Zelfs als er een stalen plaat in het gat wordt
gezet, zodat de twee 'reparatieteams' geen contact met
elkaar kunnen hebben, dan sluiten de beide helften
uiteindelijk naadloos op elkaar aan. Er zijn ook
experimenten gedaan met blinde soorten waaruit blijkt
dat er een bepaalde coördinatie moet zijn die het proces
stuurt. Het is duidelijk dat de koningin hierin een
grote rol speelt; iedere activiteit van de werkers stopt
zodra de koningin wordt vermoord. Zij kan echter wel uit
het nest worden weggehaald of van de werkers worden
gescheiden door een stalen plaat.
Afstand schijnt voor telepathische informatie dus geen
belemmering te zijn. Dit ondervond een Oostenrijkse
tv-ploeg enkele jaren geleden bij het vastleggen van
Sheldrake's experimenten. De ploeg filmde het Engelse
hondje Jaytee in het ouderlijk huis van eigenares Pam.
Een andere ploeg vergezelde Pam. In de
televisie-uitzending lopen de beelden van Pam en Jaytee
naast elkaar in een dubbelbeeld. Als Pam van huis is,
ligt de hond nagenoeg de hele tijd rustig aan de voeten
van Pams moeder. Als Pam - links in beeld - te horen
krijgt dat het tijd is om naar huis te gaan, vertoont
Jaytee vlak daarna tekenen van onrust, beide oren worden
gespitst. We zien Jaytee opstaan en naar de tuindeuren
lopen om daar te wachten. Van de honderd keer dat het
experiment plaatsvond, reageerde de hond vijfentachtig
keer op deze manier. In de vijftien gevallen waarbij de
hond niet reageerde, was meestal een duidelijke reden
aan te geven: Jaytee werd afgeleid door dingen van
buiten, zoals door een loopse teef in de flat van de
buren. In drie gevallen kon geen duidelijke verklaring
worden gevonden. Om alle andere verklaringen uit te
sluiten - zoals dat Jaytee misschien reageerde op
signalen van de ouders of op het voertuig van Pam -
werden ook de ouders niet ingelicht over het tijdstip
waarop Pam zou thuiskomen en werd er geregeld van
voertuig gewisseld.
Jaytee staat niet alleen. In telefonische enquêtes in
Engeland en Amerika geeft eenenvijftig procent van de
hondenbezitters aan, dat hun honden iets van een
voorgevoel lijken te vertonen voordat zij thuiskomen.
Sheldrake geeft in zijn boek een verklaring waarom
ervaringen met huisdieren niet serieus worden genomen:
wetenschappers hechten groot belang aan een zogenaamd
objectieve waarneming van de feiten. In laboratoria
wordt er juist naar gestreefd om emotionele bindingen
met dieren die worden onderzocht, te vermijden.
Onderzoek te verrichten naar gedrag dat voortkomt uit
een nauwe verbintenis tussen mens en dier, gaat menig
wetenschapper te ver. Sheldrake daarentegen, was blij om
verlost te zijn van de hel van laboratoriumonderzoek. In
zijn eigen woorden: 'Ik spendeerde vele uren in
laboratoria met het ontleden van dieren en later ook met
vivisectie. Voor het bestuderen van de enzymen van
rattenlever moesten we eerst levende ratten onthoofden;
hun bloed spoot in de gootsteen. Ik hoorde nooit iets
over hoe duiven hun weg naar huis vonden. Liefde voor
dieren had mij ertoe aangezet om biologie te gaan
studeren en dit is waar het me had gebracht. Er was iets
helemaal fout gegaan. Ik begon me af te vragen wat er
aan de hand was. Ik begon in te zien dat de
gespletenheid die ik binnen mijzelf ervoer, ook
wijdverbreid is binnen de wetenschappelijke gemeenschap.
Ik weet nu, dat een meer inclusieve wetenschap mogelijk
is. En bovendien veel goedkoper.'
Sheldrake was in staat de waarde van dieren te zien.
Zijn onderzoek bewijst, dat wij - intelligente mensen -
nog heel wat van onze huisdieren kunnen leren.
Sheldrake's boek staat vol verslagen over de innige band
die dieren met ons kunnen hebben, als wij dat tenminste
toelaten en ze niet martelen of opeten. Zo zijn er veel
gevallen bekend van huisdieren die hun baasje voor
gevaar waarschuwen. Antonia Brown Griffin uit Kent,
heeft gemiddeld twaalf epileptische aanvallen per week
en was aan huis gekluisterd, totdat zij reddingshond
Robert in huis nam: 'Hij kan vijftig minuten voordat ik
een aanval krijg aanvoelen dat het er aan komt. Dan
geeft hij mij twee klopjes met zijn poot, zodat ik in
staat ben ergens heen te gaan waar ik veilig ben. Hij
kan ook op een knop van mijn telefoon drukken om om hulp
te vragen. En als hij denkt dat ik een aanval zal
krijgen terwijl ik in bad zit, trekt hij de stop eruit.
Ik kan me niet voorstellen hoe ik zonder hem zou moeten
leven.'
Elisabeth Powell uit Wales wilde niet naar haar hondje
Toby luisteren, toen hij haar op een ochtend wilde
beletten om de deur uit te gaan. Hij sprong tegen haar
op, ging voor de deur staan en duwde haar weg. Heel
ongebruikelijk gedrag voor deze anders zo rustige hond.
Ze moest hem in de keuken opsluiten waar hij bleef
janken. Twee uur later was ze bij een vreselijk
verkeersongeluk betrokken, waarvan ze nu nog herstelt.
In het ziekenhuis zag Elisabeth steeds een beeld van
Toby en ze voelde zijn angst. Ze stuurde hem een mentale
boodschap: 'Okee, zal snel weer terug zijn.' De beelden
verdwenen. Haar man vertelde haar dat Toby vierentwintig
uur bang was geweest en toen plotseling rustig werd.

Oostenrijkse Franziska Kabusch reed op een winterdag met
haar paard naar een nabijgelegen dorp. Na tien meter
weigerde het paard nog één stap te zetten. Wat Franziska
ook deed, het paard was niet te vermurwen. Toen ze
aandrong, liep het zelfs achteruit.
Ze was wanhopig, hoe
kon dit anders zo goed gemanierde paard zo koppig zijn?
Plotseling was er een donderend geraas. Een enorme
lawine stortte van het dak op de weg waar ze bijna
hadden gelopen.
De gevoeligheid en waardigheid van huisdieren wordt ook
zichtbaar in het verhaal van Christine Vickery en haar
echtgenoot. Toen haar man, zoals iedere avond, om half
zeven thuiskwam, begroetten de honden hem niet zoals
gebruikelijk. 'Ze bleven in hun mand liggen, zelfs toen
hij ze riep. Ze verroerden zich niet. Om negen uur 's
avonds kwamen ze naar de lounge en gingen voor mijn man
zitten, terwijl ze naar hem keken. Hij was van streek en
vroeg zich af "wat zij wisten dat hij niet wist". Vijf
dagen lang hielden ze dit vreemde ritueel vol. Op de
zesde avond knuffelde de oudste met zijn snuit de benen
van mijn man. De jongste gaf hem een pootje. Die nacht
stierf mijn man in zijn slaap. Ik was jaloers op mijn
honden. Ze hadden het op de een of andere manier geweten
en hadden afscheid van hem genomen.'
Bron: http://www.aquariusage.com |