Bron: Hart voor Dieren
Door: Lauret van Voorene
ZO MAAK JE EEN ANGSTHAAS DAPPER
Sommige honden zijn overal bang van. Niet alleen van
hevig onweer of vuurwerk. Nee, ook de normale,
dagelijkse dingen jagen hem angst aan. Een vuilniszak,
die langs de weg staat, een opwaaiend stuk papier, een
kind op een driewieler, een jogger die langs rent, een
knetterende brommer, sinterklaas of een eekhoorn, het is
in hun ogen allemaal doodeng. Ze reageren door te ‘steigeren’,
door in elkaar te duiken, te jammeren of zelfs door naar
de begeleider te bijten. Ze willen de straat niet meer
op of weigeren om nog een stap te lopen. Tja, het zal je
hond maar zijn.
Wat moet je doen als je zo’n angsthaas
in huis hebt?
Eigenlijk moet de vraag anders gesteld
worden. Wat moet je zeker niet
doen? Je moet die angst nooit, maar dan ook nooit,
bevestigen. Angst wordt bevestigd door… troost.
Wie de hond troost of bemoedigend toespreekt, zegt als
het ware in hondentaal: vriend, ik begrijp dat je bang
bent. Ik ben de roedelleider en ik heb begrip voor je
angst. Het moet dus wel echt heel eng zijn. Anders zou
ik het niet snappen. Een vriendelijk woord, een klopje
op de schouder of een aai over de kop zijn dus eigenlijk
verkeerde reacties. Je hebt als roedelleider
geconstateerd dat er niets is om bang voor te zijn. Je
verlangt dus, nee, je ้ist van de roedelleden dat ze
zich normaal gedragen en niet door hun gekke gedrag de
hele roedel in gevaar brengen. Met andere woorden, zeg
niets en ga rustig naar het gevaarlijke object toe.
Negeer de hond, fluit een deuntje of praat over koetjes
en kalfjes.
Is de hond bijvoorbeeld bang voor verkeer, ga dan aan de
kant van een drukke, doorgaande weg staan. Laat de hond
in eerste instantie zitten. Zeker weten dat na verloop
van tijd zijn angst afneemt en de spanning wegebt. Dat
is het moment om te gaan lopen. Steek de straat over,
zoek het lawaai op. Een startende motor, rammelende
winkelwagentjes, een daverende vrachtwagen. Ga niets uit
de weg, sterker nog, ga er recht op af.
Is de hond bang van een vuilniszak? Zet een vuilniszak
aan de weg en ga er met het dier naar toe. Blijf er even
bij staan en laat de hond dan zitten. Vervolgens pak je
de zak op en gaat ermee aan de wandel. Wordt de paniek
te groot, zet de zak dan neer en laat de hond zitten.
Herhaal vervolgens de oefening net zo lang, tot hij er
niet meer op reageert. Bedenk dat er een grens is
aan angst. Angst ontlopen maakt het probleem erger. Denk
maar aan mensen die de straat nier meer opdurven. Geven
ze daaraan toe, dan is hun leven naar de vaantjes.
Verzetten ze zich tegen hun angst, dan kunnen ze op den
duur weer een normaal leven leiden.
Belangrijk is dat de angstige hond vertrouwen heeft in
zijn leider. Een sterke, resolute leider maakt de hond
zelfverzekerd. Twijfelt hij daarentegen aan je
capaciteit als alfa, dan wordt hij onzeker. Hij houdt er
immers rekening mee dat zijn leider niet in staat is hem
te beschermen. Daarom heeft een bange hond baat bij een
resolute aanpak. Zachte heelmeesters maken immers
stinkende wonden.
Stel gerust eisen aan zo’n angsthaas en behandel hem als
een normale hond. Want dat is immers wat iedereen wil
hebben: een normale, vrolijke hond met zo min mogelijk
beperkingen. |