Allergietest bij de hond
N.B. De teksten van onze hand-outs worden vervaardigd
aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur,
maar ook van onze eigen inzichten op basis van
persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor
een deel afwijken van de gangbare literatuur.
INLEIDING
In geval van huidallergie bij een hond is het mogelijk
om te testen waarvoor er een allergie bestaat. De
bekendste methode is die via een serie prikjes in de
huid. We noemen dat een intradermale allergietest.
Injecties met minuscuul kleine beetjes van stoffen die,
in geval van allergie, plaatselijk een huidreactie
uitlokken.
In dit artikel willen wij uitleggen welke de
mogelijkheden en beperkingen zijn van een dergelijke
huidtest. Schieten we er wat mee op of blijft het
slechts bij een interessant stukje diagnostiek?
 |
WAT IS ALLERGIE?
Een allergie is een overdreven sterke reactie van het
afweerapparaat op stoffen van buitenaf. Normaal is, dat
bij een eerste contact met vreemde stoffen het
afweerapparaat reageert met het aanmaken van
afweerstoffen en afweercellen. Op die manier is een
lichaam in de toekomst bestand tegen die invloeden van
buitenaf. Heel veel afweerprocessen verlopen zonder dat
mensen of dieren dat zelf in de gaten hebben. De
bedoeling is dan, dat bij volgende contacten het lichaam
de verdediging al paraat heeft tegen belagers van
buitenaf. Bij volgende contacten zou er dus niets moeten
gebeuren. Bij allergie patiënten gaat het hier echter
mis. Het afweer apparaat gaat paniekerig reageren en er
volgt een heftig reactie van bijvoorbeeld de huid. Die
reactie bestaat uit een productie van stoffen die leiden
tot een ontsteking en het optreden van jeuk.
Een stof die een allergische reactie teweeg brengt
noemen we een allergeen.
 |
ATOPIE
Een belangrijke vorm van allergie bij de hond is atopie.
Atopie is een erfelijke allergie voor allergenen die
worden ingeademd of die het lichaam ‘binnendringen’ via
de huid. Als allergenen kennen we bloeiende gewassen (zoals
grassen, onkruiden, bomen), huidschilfers van mensen of
dieren en diverse huisstof- en voedermijten. Meestal
treden de eerste verschijnselen van atopie al vóór de
leeftijd van 3 jaar op. In het begin kunnen ze
incidenteel voorkomen bijvoorbeeld in bepaalde periodes
van het jaar (stuifmeel); later continu.
Atopie komt meer dan gemiddeld voor bij de volgende
rassen: Terriërs (West Highland White, Cairn, Jack
Russel en Fox), Duitse Herder, Boxer, Labrador en Golden
Retriever.
 |
ANDERE ALLERGIEEN
Er zijn ook andere vormen van allergie, die om extra
diagnostiek vragen en de waarde van een intradermale
test beperken. Voorbeelden van andere allergieën zijn:
vlooienallergie, voedingsallergie, contactallergie,
medicijnallergie en bacteriële allergie. Bij
contactallergie denken we bijvoorbeeld aan een
allergische reactie op vloerbedekking en schoonmaak
middelen.Omdat de symptomen van de verschillende
allergieën veel op elkaar lijken is goed onderzoek naar
de oorzaak van de allergie belangrijk.
SYMPTOMEN
Het meest opvallende symptoom is jeuk, dat zich uit door
likken, bijten en schuren. Bekende plaatsen zijn kop,
oren, poten, oksels, liezen, rug en rond de anus.
Daarbij treden huidontstekingen, puisten, korsten en
haaruitval op. Vaak komt er nog een bacteriële infectie
bij en die is weer moeilijk te onderscheiden van een
echte primaire bacteriële allergie. In sommige gevallen
doen ook de ogen mee en is er sprake van een slijmerige
/ etterige ooguitvloeiing.
 |
TESTEN
De in de dierenartsenpraktijk toegepaste intradermale
allergie testset bestaat uit een beperkte selectie van
weliswaar de belangrijkste allergenen. De allergenen
worden elk middels een kleine injectie (0.05 ml) in de
huid geprikt.
Het is ook mogelijk het bloed te onderzoeken op
allergieën. Ofschoon het aantal onderzochte allergenen
veel groter is, staan de betrouwbaarheid en dus het nut
van een dergelijk onderzoek ter discussie.
Een bacteriële allergie kunnen we niet aantonen met een
huid test. Dat doen we door middel van een antibioticum
kuur. Als blijkt dat na een kuur van 10 - 14 dagen de
ontstoken huid genezen is, maar vooral ook de jeuk 100%
verdwenen, kunnen we stellen, dat er sprake is van een
primaire bacteriële allergie. Die kunnen we behandelen
met een Autonosode. Als alleen de huidontsteking
verbetert, maar de jeuk blijft, is de bacteriële
infectie slechts een complicatie en dus zal zo'n patiënt
niet of onvoldoende reageren op een autonosode. We
moeten in zo'n geval verder op zoek gaan naar de oorzaak
van de klacht.
Ook een voedselallergie kunnen wij niet vaststellen
middels de huid test. Dat kan alleen door een patiënt 9
weken een hypoallergeen dieet te verstrekken. Als de
patiënt dan volledig klachtenvrij is, mogen we de
diagnose voedselallergie stellen. Verandering van
voeding kan ook in andere gevallen een positieve invloed
hebben op huidklachten, maar dan deels en tijdelijk. Dus
niet te vroeg juichen. Na 9 weken kunnen we proberen
stap voor stap te testen of er nog meer voedingsmiddelen
zijn waarop de patiënt niet allergisch reageert, door ze
telkens iets anders te geven en te kijken of er een
allergische reactie optreedt. En zo kunnen we
langzamerhand het dagelijks menu wat gevarieerder maken.
Een contactallergie kunnen we aantonen door een kleine
hoeveelheid van de verdachte stoffen onder een pleister
gedurende enige tijd in contact te brengen met de huid
van een patiënt en te bekijken of er een reactie van die
huid optreedt. Zoiets als een cosmetisch zalfje op de
dunne huid van de buigvlakte van je elleboog testen
voordat je het op je gezicht smeert.
 |
HOE GAAT DE HUIDTEST?
In onze kliniek bestaat de intradermale testserie uit 14
prikjes. Een graspollenmengsel, een kruidenpollen
mengsel, twee boompollen mengsels, vijf mijten, de vlo,
twee huidschilfers en twee controles.
De injecties van elk 0.05 ml worden in de huid geprikt.
Na circa 20 minuten worden de reacties op de
verschillende testpunten gemeten en vergeleken met de
twee controles. De test wordt uitgevoerd op een
voorzichtig kaal geschoren stukje huid op de borstwand;
een sterk ontstoken huid is ongeschikt om te testen.
De hond laat het meestal zeer goed toe. Een licht roesje
kan storend werken op de testresultaten en is gelukkig
in de meeste gevallen niet nodig. Maar ja, nood breekt
wet.
Er zijn dus twee controles. De eerste, een `nul'
controle, bestaat alleen uit het oplosmiddel, dus zonder
een allergeen. We moeten er namelijk ook rekening mee
houden dat de hond allergisch zou kunnen reageren op het
oplosmiddel. Meestal is er geen of nauwelijks reactie op
het oplosmiddel.
De tweede controle is de positieve controle. De tweede
controle bestaat uit een oplossing van histamine.
Histamine is de stof die ook in het lichaam vrijkomt bij
een allergie en verantwoordelijk is voor de typische
huidreactie: roodheid, zwelling en jeuk. De tweede
controle moet een duidelijke reactie geven: een ronde of
ellipsvormige rode zwelling van de huid. Het betekent
dat de test geldig is. Sommige medicijnen, zoals
prednison of verwante preparaten onderdrukken deze
reactie en maken de test onbruikbaar.
Als er een allergie bestaat, zal er op de betreffende
injectieplaats een vergelijkbare zwelling ontstaan als
op de plek van de tweede controle. De grote van de
zwelling zal afhangen van de mate waarin de allergie
bestaat kleiner of groter is.
Indien gewenst, kan de testset nog wel een stukje worden
uitgebreid. Dat wordt meestal gedaan als er in de
voorgeschiedenis een aanleiding is en de betreffende
aanleiding als testallergeen ook in de handel
beschikbaar is.
 |
RESULTAAT HUIDTEST
De huidtest is niet alleen beperkt qua aantal testpunten,
ook met een positieve reactie op allergenen zijn we er
in veel gevallen nog niet. De vraag is steeds hebben we
te maken met een primaire of een secundaire allergie. Is
de allergie werkelijk de oorzaak van de klachten, of is
de allergie slechts een deel van het probleem.
Wat we bedoelen met het verschil tussen een primaire en
een secundaire allergie illustreren we aan de hand van
de vlooienallergie. Bij een secundaire vlooienallergie
zien we honden die een slechte vacht / huid conditie
hebben en daardoor overgevoelig zijn voor vlooien; een
enkele vlo geeft al een heftige allergische reactie. Als
we de vacht / huid conditie verbeteren is de
vlooienallergie vaak geen probleem meer. Oorzaken van
een slechte huid / vachtconditie kunnen zijn: verkeerde
voeding, stofwisselingsklachten, hormonale problemen e.d.
Bij een primaire vlooienallergie is er sprake van een
uitstekende vacht / huid conditie zonder vlooien en toch
een heftige jeuk op het kruis. Deze kunnen we behandelen
met hyposensibiliseren of homeopathie (zie later). In
beide gevallen helpt hier de toepassing van (meer)
vlooienbestrijdingsmiddelen niet of onvoldoende, terwijl
dat wel helpt als er simpel sprake is van een
vlooienbesmetting.
Uit de allergietest is niet af te lezen of een allergie
werkelijk hoofdzaak of bijzaak is. Dat betekent ook
onzekerheid over het effect van de behandeling op basis
van alleen de allergietest.
In de praktijk hebben we de indruk, dat als er sprake is
van een duidelijke reactie in de allergietest van één
punt of enkele punten van dezelfde soort (mijten) er
meestal sprake is van een primaire allergie. Als er
sprake is van geringe reacties op meerdere en vooral
verschillende testpunten (gras, huid en mijt) is de kans
groot dat er sprake is van een secundaire allergie.
 |
HYPOSENSIBILISATIE
Over de meest voor de hand liggende reguliere
behandelingsmogelijkheden kunnen we kort zijn:Prednison
en aanverwante middelen kunnen alleen de jeuk
onderdrukken en hebben onacceptabele bijwerkingen.
Vooral omdat we ons moeten realiseren, dat we er niks
mee oplossen en het langdurig, vaak levenslang moeten
blijven geven. Antihistaminica, die bij mensen toegepast
worden als anti-jeuk middel, helpen bij honden niet of
nauwelijks. Antibiotica werken meestal wel goed, maar
slechts tijdelijk, zo lang je ze toedient en soms nog
een korte periode daarna.
Een reële mogelijkheid is nog hyposensibiliseren, wat
letterlijk `minder gevoelig maken' betekent. De
allergenen die bij de allergietest duidelijk reageren
worden in toenemende doseringen en langer wordende
tussenperiodes ingespoten om het dier te laten wennen
aan de betreffende stof(fen). De behandeling is duur, de
resultaten laten vaak lang op zich wachten, soms wel 8
maanden en de behandeling duurt levenslang. Het
genezingspercentage wordt ingeschat op circa 70%. In de
praktijk bestaat de indruk, dat het percentage lager
ligt (50 - 60%) en dat er dan nog vaak geen sprake is
van 100% verbetering.
Bij één duidelijke positieve testuitslag of enkele van
dezelfde soort (mijten), vermoedelijk een primaire
allergie, zien we niet zelden goede resultaten. Bij
meerdere en vooral verschillende positieve testpunten (gras,
schilfers, mijten), die ook nog eens niet voldoende
opkomen, is hyposensibilisatie vaak zeer teleurstellend.
Het zal er regelmatig op neer komen, dat we met de
allergietest en hyposensibiliseren ook niet veel verder
komen. Dan zullen we toch naar alternatieven moeten
zoeken. De homeopathie is een van de belangrijkste.
 |
HOMEOPATHIE
De homeopathie behandelt de patiënt achter de allergie.
In feite moeten we ons ook niet de vraag stellen
waarvoor is een hond allergisch, maar waarom. Waarom die
hond of die mens wel, en die andere niet? Het is
daarvoor nodig dat we het best passende homeopathische
middel proberen te vinden bij de individuele patiënt (zie
Homeopathie).In een aantal gevallen kunnen we nosodes
toepassen. Nosodes zijn gepotentieërde verdunningen van
de ziekteverwekker zelf. We kennen bij bacteriële
allergieën bijvoorbeeld de Staphylococcen nosode, of, de
Bloed-Urine Autonosode (zie Autonosode). Bij vlooien de
Vlo-nosode, bij mijten de Mijt-nosode. We vinden deze
nosoden in MacSamuel Huid tonicum.
|