Groep: Tibetaanse rassen
Land van oorsprong: Tibet
Algemeen voorkomen:
Deze veedrijver lijkt veel op de puli. Deze ruigharige
hond uit Tibet is ondanks zijn naam géén terriër.
In zijn vaderland hoedt hij jaks met de grootste
toewijding en in de meest onherbergzame streken. Begin
deze eeuw kwamen de eerste Tibetaanse terriërs naar
India, waarna ze via Engeland ook elders in Europa
belandden. Nog later kwamen deze beminnelijke en
temperamentvolle diertjes ook naar de VS.
De Tibetaanse terriër heeft als heel aanhankelijke huis-
en begeleidingshond vele harten veroverd. Hij is
intelligent, past zich vlot aan en is een goede bewaker
van huis en tuin. Het ras moet een schouderhoogte hebben
van 30 tot 40 cm.
Witte, crèmekleurige, goudbruine, grijze en zwarte
honden komen het meest voor. Maar het ras mag ook twee-
of driekleurig zijn. Jury's zijn niet dol op
chocoladebruine exemplaren.

Kindvriendelijkheid:........(punten
van 1 tot 5) is een 3
Hondvriendelijkheid:.......(punten
van 1 tot 5) is een 3
Gehoorzaamheid:............(punten
van 1 tot 5) is een 3
Kan alleen zijn:................(punten
van 1 tot 5) is een 3
Heeft beweging nodig:......(punten
van 1 tot 5) is een 3
Training Tibetaanse terriër
De Tibetaanse Terriër is makkelijk in opvoeding, houdt
van rennen en verkennen en heeft dagelijkse beweging
nodig in een veilige omgeving. Zijn beweging kan hij ook
halen uit een middellange wandeling aan de riem of
ravotten in de tuin.
Hoewel hij geschikt is om buiten te leven in gematigd
koude klimaten, is het meer een binnen of binnen/buiten
hond. Hij is gevoelig voor stem intonatie en kan zeer
goed luisteren. Hij is zachtaardig en dient ook zo
opgevoed te worden, blijf echter altijd consequent. Wij
raden aan om een Tibetaanse terriër te trainen volgens
de methode die je terug vindt in "Je Hond Opvoeden"
Uiterlijk
Grootte: 30-40 cm
Gewicht: 8-14 kg
Kleur:
Alle kleuren behalve chocoladebruin toegestaan;
meestal wit, crèmekleurig, goudbruin, grijs en zwart;
soms ook twee- of driekleurig

Aard
Deze kleine kameraad houdt van mensen. Tibetaanse
Terriërs zijn levendig, uitgaand, vrolijk, moedig, waaks,
attent, intelligent, vriendelijk en vredelievend. Ze
kunnen goed met andere huisdieren omgaan zoals katten of
konijnen. Ze doen graag alles mee met het gezin. Ze zijn
graag bij kinderen, zijn dan niet kleinzerig en zullen
nooit of zelden agressie vertonen.
Vervelende situaties zullen ze mijden en laten zich
zelden met vreemden in. Binnenshuis is de Tibetaanse
Terriër een rustige hond en kan makkelijk uren voor de
openhaard vertoeven. Als de Tibetaanse terriër erop
getrained is kan hij prima overdag alleen zijn. Zeker
als puppie is het belangrijk de hond af en toe een
uurtje alleen te laten.
Zijn blaf is uniek; het neemt in volume en toonhoogte
toe namate hij langer blaft. Ze staan echter niet bekend
als "keffers". Zijn uiterlijk kan de schijn hebben van
een troeteldier, maar in zijn eigen beleving is hij een
reuzenhond en gedraagt zich ook zo. Al is hij voor een
herders-achtige tamelijk klein van stuk, fysiek en
psychisch gezien is het een sterke, stoere hond die vol
bewegingsdrang zit. Hij heeft niets van het stereotype
gedrag van een Terriër.
BewegingDe Tibetaanse Terriër is bekend als een actieve
hond die houdt van een lange wandelingen. Rennen en
spelen vinden ze geweldig. Wees er dus zeker van dat je
in de gelegenheid bent om je hond dit te geven.
Wanneer een Tibetaanse Terriër niet genoeg beweging
krijgt, zal hij snel elders andere uitdagingen zoeken,
wat vaak resulteert in het slopen van zaken of
veelvuldig blaffen.
Erfelijke ziekten
Een oogafwijking waardoor de hond al heel snel blind kan
worden.

|